woensdag 30 januari 2013

Een muzikaal intermezzo.



Zoals de titel al aangeeft heb ik de laatste dagen wat muzikale dingen gedaan. Zo doet mijn school elke drie jaar een musical. School duurt maar drie jaar, dus elke musical zijn er weer nieuwe mensen, dat is, gok ik de insteek. Bij de muziekles had ik flink opgeschept over mijn muzikale ervaring en ze hadden nog geen trombonist, dus wilden ze me graag een kansje geven om mee te doen. Zaterdag zou mijn eerste repetitie worden, de hele dag. Aangenomen dat mijn trombone zou arriveren. Dat deed hij niet. Dat was misschien maar goed ook, want de dag daarvoor had ik een filmavond van de YFU. Vanaf een uur of 6 heb ik toen 3 films gekeken (een traditionele Deense film, American Pie en the Hunger Games), daarna was ik moe en ging ik slapen, om vervolgens na 1.5 uur weer wakker te worden en  Batman te gaan kijken. In totaal 4 uur slaap. Dat is op zich niet heel abnormaal als ik in Nederland uit zou zijn gegaan, maar op de een of andere manier is Denemarken erg vermoeiend. Zal wel iets met nieuwe indrukken te maken hebben of iets dergelijks.
Om toch maar iets te doen te hebben op zaterdag zijn we maar naar een orkest gaan luisteren, Faust. ‘We’ zijn hier Niels en zijn viool lerares. Hans-Frederik en Ulla waren ergens gaan lunchen met andere mensen. Het schijnt het beste orkest in de omgeving te zijn. Het klonk inderdaad ook best aardig, zo’n beetje rond VU-orkest niveau of iets eronder, denk ik. Wat wel jammer was dat ze alleen marsjes en filmmuziek en dat soort nieuwjaarsfratsen speelden, waar ik na een tijdje ook wel genoeg van had.
Na afloop met de dirigent en een heel aardige medetrombonist gesproken. Ik mag in februari een keertje een weekend meedoen (ze repeteren één keer peer maand een heel weekend) en dan zien we wel of het iets is. De trombonist was een invaller, samen met een ander, dus ze hebben in principe ruimte. Hij gooide me helemaal vol met tips en andere orkesten die ik zou kunnen proberen als Faust niets zou worden.
Maandag begon de thema-week. Dat hield in dat alle musicalmensen aan de musical gingen werken en de rest andere dingen met hun vakken gingen doen. Omdat ik mijn trombone niet had, had ik voor maandag de trompet van Frederik geleend, wat nog verbazingwekkend goed ging. Het was een vrij saaie dag, omdat het de eerste dag was dat muziek, dans en toneel werd gecombineerd, wat altijd heel veel verwarring schept en ervoor zorgt dat dingen erg lang duren in het algemeen. Ik had natuurlijk al een hoop ervaring met de musicals van het  Bonhoeffer, dus het was veel wachten en een beetje socialisen met de mensen van de band. Het was allemaal heel professioneel met koptelefoons en versterking en dergelijke, maar ik heb uiteindelijk de koptelefoon niet gebruikt. Het leuke van die dingen is dat je het geluid van een bepaalde groep kan versterken, bijvoorbeeld de zang. Maar ik kon alles al wel prima horen zonder en als ik ze ophad hoorde ik alleen nog maar bas en gitaar. Gatsie. Dat kon natuurlijk veranderd worden, maar dat kost zoveel energie.
Mijn gastouders brengen me nog steeds bijna overal naartoe en halen me ook op, dus toen ik belde om te zeggen hoe laat ze me op konden halen, hoorde ik ook dat mijn trombone gearriveerd was. Heugelijk nieuws. Ik miste hem inmiddels toch wel. ’s Avonds heb ik er meteen een heugelijk uurtje mee doorgebracht. De volgende dag meteen iedereen aan de kant geblazen bij de musical, die inmiddels gelukkig al wat sneller begon te lopen. De muziek was niet al te moeilijk.
De musical heette ‘The show must go on’ en was feitelijk het verhaal van de film ‘Moulin Rouge’ vertaald naar het podium. Alles was natuurlijk in het Deens, behalve de liedjes, maar doordat ik het verhaal kende kon ik het toch redelijk volgen. Het was grappig om te merken dat ek elke dag weer nieuwe dingen ontdekte en verstond. Wat wel weer jammer was dat we lang niet alles konden zien, want de leukste danseressen, ehm, dingen gebeurden terwijl we muziek aan het maken waren. Met het koor, de danseressen, de acteurs, de muzikanten en de mensen achter de schermen denk ik dat we aan ruim honderd mensen kwamen, wat toch indrukwekkend is aangezien er maar 500 op het gymnasium zitten.
Donderdag was de première , die vrij gladjes verliep. Het publiek is goed afgericht, lachte en klapte wanneer dat van ze verwacht werd en ging netjes staan aan het eind. Het zijn net Nederlanders in dat opzicht.
Vrijdag was vergelijkbaar, het publiek was iets kalmer en het was de enige dag die week dat ik normaal school had. Zaterdag bracht nog een tijdje wat verwarring, omdat mijn gastgezin een afspraak had met twee andere families in zuid Jutland en Frederik en Ellen thuis zouden komen. Eerst was het plan dat ik met ze mee zou gaan, maar uiteindelijk hebben we besloten dat het belangrijker was dat ik naar de musical ging en vooral ook het feestje daarna. Frederik en Ellen zijn beiden erg aardig en waarschijnlijk gaat Frederik me in de vakantie overal naartoe rijden om me dingen te laten zien. Met Ellen heb ik leuke gesprekjes gehad en zo kwamen we de dag wel door.
Iets wat ook anders is in Denemarken is de manier van begroeten. Over het algemeen schudt  je vreemden de hand en knuffel je goede kennissen/vrienden. Ongeacht het geslacht. Dus zaterdag begroette ik ze met een handdruk en zondag namen we afscheid met een knuffel. Het was even een beetje mal omdat ik automatisch Frederik een hand wilde geven, maar we hebben het overleefd.
Zaterdag was de laatste voorstelling, waarna we eerst de hele boel hebben opgeruimd en daarna gingen eten. Gelukkig waren we, zoals eerder vermeld, met veel handen, dus was het werk licht. Het eten was een lasagna, die een beetje tegen viel. Het was gewoon lasagna-deeg met daartussen gehakt met wat saus. Met moeite heb ik een klein stukje groente gevonden. Nou heb ik niets tegen vlees, in tegendeel (volgende blogging wordt waarschijnlijk een voedsel-special), maar een beetje variatie is op zich nooit weg. Thuis hebben we ook een keer lasagna gegeten en die was een stuk lekkerder. Die van thuis in Nederland staat op nummer 1 en die van de Miamo op nummer 2. Weten jullie dat ook weer.
Tijdens het eten kwam al de drank tevoorschijn die (bijna) iedereen zelf had meegebracht. Het varieerde van (componenten van) mix-drankjes tot bier en cider. Het werd mij gul aangeboden, aangezien ik zelf niets had meegebracht, behalve geld. Dat heb ik ook uitgegeven. Althans, 5 kronen daarvan (0,80€), voor één biertje. De rest van de drank kreeg ik aangeboden. Of die pakte ik van de kratten bier die binnen werden gedragen, waarop de docenten blijkbaar geen zin meer hadden om te passen. De alcohol-consumptie resulteerde in een gezellige sfeer en hoewel er een gebrek was aan een echte DJ (iedereen kon de muziek veranderen), kon er toch aardig gedanst worden. All in all een prima avond.
Zondag ben ik gewoon netjes om 10u op gestaan, om naar de handbal wedstrijd van Niels te kijken (gewonnen, 19-17) en daarna heb ik wat rondgehangen, gepraat, gechat, 100 woordjes voor dit blog geschreven en meer van dat soort allerdaagse dingen.
Maandag en dinsdag waren normale schooldagen zonder bijzondere hoogte- of dieptepunten. Wat wel jammer is, is dat ik nog steeds niet mijn EU-residence form binnen heb, wat betekent dat ik niet een persoonsnummer kan aanvragen. Dat heb ik nodig om een Hyper-card te kopen, wat mijn buskosten drastisch vermindert en heb ik waarschijnlijk ook nodig om een Deense sim-card te kopen.
Vandaag (woensdag), hebben we nog even drie liedjes gespeeld op de open dag van het VG (Vestfyns Gymnasium). De hele kantine (Bonhoeffer aula formaat, iets groter), zat vol met mensen die luisterden naar mensen die de school probeerden te verkopen. Hier is dat volgens mij een stuk uitgebreider dan thuis, waar iedereen maar gewoon naar binnen loopt en rondkijkt, misschien heb ik het mis. Maar de praatjes samen vulden toch weer een uur en alle studiejaren werden geanalyseerd op de manier die ik ken van de open dagen bij universiteiten thuis. Dit keer bleef Ulla luisteren, wat wel leuk was, omdat ze niet de tijd hadden gehad om naar één van de musical uitvoeringen te komen kijken.

Mijn excuses dat het wat lang duurde om er weer een blogging uit te krijgen, maar er zijn zo veel dingen gebeurt dat ik het lastig vond om dingen op papier te zetten en ik ben veel vermoeid. Maar nou heb ik toch weer mooi bijna 1500 woorden bij elkaar, dus ik vind het mooi. Hier is nog één foto van de familie bij elkaar, als het lukt, want ik wil slapen. Als hij er niet onder staat, komt het morgen.

Vis es en tot de volgende keer!


En vooruit, ook ééntje van Donna.

woensdag 16 januari 2013

School. Spannend.



Zo, we zijn weer een paar dagen verder en ook een hoop ervaringen. Zondag was een relatief rustige dag. We hebben ontbeten met cornflakes (of vaag havermoutachtig spul maar dan koud en met melk, voor een paar van de anderen) en huisgemaakt brood. Daarna hebben we een rondje gemaakt in de prachtige omgeving. Met sneeuw! Het was wel leuk toen ik met het vliegtuig naar Denemarken vloog: in Nederland was het nog iets van 7 graden of iets dergelijks en ik dacht nog niet eens aan sneeuw en toen keek ik boven Denemarken uit het raam en was het opeens wit! Dat was wel mal. Het is hier gezellig een beetje golvend, met prachtig wit bedekte velden en leuke bosjes erbij. We zijn ook naar de dichtstbijzijnde ‘stad’ geweest, Assens. Stad staat tussen haakjes omdat het denk ik nog iets kleiner is dan Castricum. Maar we zijn hier op het platteland, dus het is groot. Niels gaat daar naar school. Het is een havenstadje en de ouders van Hans-Frederik leven er in een leuk huis met het strand aan de achtertuin. We zijn daar even langsgegaan om hoi te zeggen, waarbij gelijk wat port en mirto werd genuttigd en een redelijke hoeveelheid bonbons en koekjes. Het huis was mooi licht en open, met witte muren en veel glas. Thuis hebben we ook wel witte muren, maar het blijft toch een boerderij, dus het is wat donkerder. Daarna zijn we nog langs de broer van Hans-Frederik geweest, maar die was niet thuis.

Als avondeten hadden we weer een heerlijke hoeveelheid vlees. Varken deze keer. Met aardappels en wat gemixt groentespul. Wat overbleef van het varken hebben we de volgende dagen ook nog op brood gehad. Ze zijn hier erg into roggebrood, wat ik wel een beetje jammer vind, maar ik zal ermee moeten leren leven. Een nationaal ding is het smørrebrød, een sort sandwich, roggebrood met daarop verschillende soorten beleg, wat dan netjes gerangschikt is. Mijn gastmoeder vindt het fijn om mijn lunch te maken voor school, dus dat laat ik haar dan maar doen.

Maandags hadden we ’s ochtends een afspraak met een docent op mijn nieuwe school. Ze leek een erg aardige vrouw te zijn en ze kreeg extra pluspunten omdat ze hard moest lachen om een grapje dat ik maakte. Van haar kreeg ik mijn rooster en ze vertelde me dat ik door twee leerlingen gecoacht zou worden. Eén een native Deen, de ander ook een uitwisselingsstudent. Er zijn namelijk 4 uitwisselingsstudenten op school, van de 500 in totaal. Ik, mijn coach, een Peruaan, een Zwitserse en een Zuid-Koreaan waarvan niemand de naam uit kan spreken en hem dus Paul noemt. En ja, pap of Michiel, dat zijn er inderdaad 4, want mijn coach is de Peruaan.
De school is een gymnasium, wat anders is dan wat wij er onder verstaan. Hier duurt een gymnasium 3 jaar en kan je het kiezen nadat je klaar bent met je middelbare school. Ik zit in de tweede klas, waarin de leerlingen 17 en 18 jaar zijn. Veel Denen nemen namelijk een tussenjaar voor het gymnasium.

Na het gesprekje zijn we van het Westfyns Gymnasium in Glamsbjerg naar Odense gereden om mijn EU-verblijfsvergunning aan te vragen. Het duurt ongeveer een week voordat ik die binnenkrijg en ik heb hem nodig om een persoonsnummer te krijgen. Dit nummer gebruiken de Denen voor van alles, onder andere om een zogenaamde Hyper-card te kopen. Hiermee is al het openbaar vervoer op Fyn (het eiland) gratis te gebruiken voor 20 euro per maand. Dat is wel lekker als je bedenkt dat mijn busrit van driekwartier naar school al 3 euro kost. Het bleef de hele dag door sneeuwen en ’s middags hebben Niels en ik gelanglauft om het huis en in de tuin en sneeuwballen gegooid naar de jongste hond, Donna. Ze houdt van sneeuw. Ze heeft zó veel energie… Dan gaat ze drie rondjes om het huis rennen en dan haar hoofd in de sneeuw steken om af te koelen. Prachtig. De oude hond Tiki maalt daar niet om. Zij heeft klasse.
’s Avonds vrij vroeg naar bed, want de volgende dag moest ik om half zeven al weer op. Dat is verdraaid vroeg als je in de afgelopen 8 maanden vakantie hebt gehad. Er was ook nog even verwarring of de bus die Niels nam ook door zou gaan naar mijn school, maar dat bleek uiteindelijk inderdaad het geval te zijn. In de bus herkende ik twee jongens van de foto uit het jaarboek dat de mevrouw van maandag me had gegeven. Dus toen we er waren heb ik aan hen gevraagd of ik hen mocht volgen naar de les. Dat mocht. Denen zijn vriendelijke mensen. Veel van de lessen (45 min) zijn in blokuren en de eerste twee waren muziek. Vervolgens was de leraar een half uur te laat vanwege de sneeuw, maar toen mochten we een filmpje kijken over muzikale Cubanen. Daarna twee uur Deens, waar ik niets van snapte, maar ik begreep van mijn klasgenoten dat het ging over een slak met een identiteitscrisis en seksuele frustratie. Het leverde wel op dat ik een hoop klasgenootjes op Facebook kreeg en in de Facebook-groep van de klas kwam. In de klas zit iedereen namelijk achter zijn laptop. En we zitten in eilandjes, in plaats van rijen. Ook zijn de Denen nog informeler met de docenten dan wij. Ik denk eigenlijk niet dat ik mijn mentorleerlingen echt nodig heb, omdat ik meteen al met iedereen prima op kon schieten, wat op zich best fijn is.

Na Deens was het alweer klaar, om 12u. Mijn gastvader kwam me ophalen en zal dat waarschijnlijk blijven doen totdat ik mijn Hyper-card heb. Dat doen ze sowieso meer hier, maar dat heeft waarschijnlijk gewoon te maken met de afstanden en de sneeuw. Het avondeten blijft hetzelfde: goede stukken vlees en wat groente, waaronder ook redelijk wat aardappel.

Hier hou ik het weer bij voor vandaag. Bedankt voor het lezen, like, favorite en share enzo. Vi sis!

Als ik niet duidelijk ben, of je vragen hebt in het algemeen, laat het weten in de comments.

zondag 13 januari 2013

Sådan begynder det.


Dus. Het avontuur is begonnen. Zaterdag om kwart voor zeven op, ontbijtje, etc., dan om kwart voor acht de auto in om twee uur voor de vlucht op Schiphol te zijn. Want zo verlangt de YFU dat, dat is de organisatie die alles regelt. Het staat voor Youth for Understanding. Daar werden we opgewacht door een vrijwilligster die mijn boarding pass voor me uitprintte en mij begeleidde met het in-checken. Mijn koffer was 800 gram zwaarder dan de toegestane 23 kilo, maar daar heb ik niets over gehoord. Mijn handbagage was ook bijna een kilo te zwaar, maar dat interesseerde niemand.  Daarna heeft ze nog een uur met ons koffie heeft gedronken omdat we zo veel tijd over hadden. Maar dat terzijde. Daarna het verplichte familie-knuffelen. Marije kon er niet bij zijn omdat ze een kamp had van het VU-orkest, maar we hadden eerder al goed afscheid genomen.

De douane-meneer deed nog moeilijk over mijn trombone-mondstuk dat ik in mijn jas had zitten, maar toen uitlegde dat het toch echt niet van een trompet was, maar van een trombone, liet hij me door. Dat mondstuk had ik in mijn jas zitten omdat mijn trombone om 16u op vrijdag besloot om fijn nog even stuk te gaan. Het palletje van mijn kwartventiel besloot om gewoon volledig  af te breken. Dat schiep wat paniek, omdat ik wel hier met muziek bezig wil blijven. Dus belden we mijn docent om te vragen of hij een mannetje wist in de buurt die hem nog op het laatste moment kon repareren. Dat was het geval, dus mijn moeder ging daar naartoe terwijl ik mijn koffers aan het pakken was. Het zou even duren, dus om een uur of zeven oid ging ze er weer heen, terwijl ik nog even mijn inschrijving bij Industrieel Ontwerp in Delft regelde en mijn stufi aanvroeg. Toen ze terug kwam, echter, had ze twéé koffers bij zich. Het bleek dat de trombone niet in de oude koffer paste. Maar toen ik hem uit de koffer haalde was ik pas écht verbaast, omdat het kwartventiel er volledig verkeerd op was gezet. Dus nu ligt hij nog in Nederland om gerepareerd te worden en dan naar Denemarken te worden verstuurd. Mijn mondstuk had ik wel meegenomen om toch iets met mijn embouchure te doen.

Na de douane nog één keer zwaaien en dan op naar de gate. Het vliegtuig had 10 minuten vertraging, maar dat hebben we ingehaald door gewoon iets sneller te gaan vliegen. Mijn handbagage, die je toch, zou je zeggen, bij de hand zou moeten houden, moest ik daar alsnog in het ruim laten stoppen. Dit zal ermee te maken hebben gehad dat het vliegtuig gewoon erg klein was. Maar ach, het heeft me in een buitengewoon normale en uneventful vlucht netjes naar Kopenhagen gebracht, dus ik mag niet klagen.

Toen ik aankwam lekker een hotdog gegeten van het geld dat ik daar gewisseld had. Vervolgens gemeet met een Duits meisje dat na een uitwisseling heeft besloten weer terug te gaan en te blijven. Zij kocht een kaartje voor me, waarvoor je in Denemarken een ID moet laten zien  en bracht mij naar de trein. Die was erg luxe en comfortabel met de hele coupé gevuld met vierzits met tafeltjes. Iedereen had zijn eigen stoel gereserveerd. Anderhalf uur later was ik in Odense, waar ik werd opgewacht door mijn gast-papa (Hans-Frederik) en –mama (Ulla) en hun jongste kind (Niels, 13). De oudste twee (Frederik, 18 en Ellen, 16) hebben nu hun eerste weekend op hun kostschool. Daarna nog een half uurtje met de auto en toen waren we er.

Op hun land.
Het is huge. De vader is boer en ze hebben ongeveer 230 hectare aan land. Daarop verbouwen ze kerstbomen, graan en bessen. Daarnaast staan er twee windturbines op, waarvan ze er één verkocht hebben en de ander voor eigen gebruik hebben staan en de reststroom verkopen ze. Dat is goed voor een stuk of 400 huishoudens. Het huis is ook vrij groot. Als ik het me goed herinner is het óf 200 óf 300 vierkante meter, met daarnaast nog een grote stal met al de machinerie erin. Ik heb een nette, normale slaapkamer met een eigen badkamertje. De douchekop hangt hier niet aan de muur, maar je moet in het bad gaat zitten en de douchekop zelf vasthouden.

De mensen lijken aardig, ze zijn netjes en de ouders lijken wat streng te zijn, maar wel van het soort waar mee te praten valt. Ze hebben me nog niet geprobeerd op te eten. Dat is een plus. In plaats daarvan hebben we met zn vieren een stevige kip bijna volledig soldaat gemaakt, met rijst en een bescheiden hoeveelheid spruitjes. Daarnaast nog huisgemaakte cake met caramel/kokos topping. De rest van de kip werd samen met wat brokken gevoerd aan de twee honden. De ene is 10 jaar oud en de dominante, oude en wijze dame, de andere is 1 jaar en rent als een gek rond en wil veel aandacht, maar ze luistert wel goed naar de familie. De kat heb ik nog niet gezien, maar die hoort zichzelf ook te voederen met muizen en dergelijke op het land.

’s Avonds nog een Deense serie gekeken over de Denen in de oorlog waar ik weinig van begreep, maar dat maakt niet uit. Daarna nog ene stukje X-men 2 en toen was het bedtijd. Hierbij dronken we ook nog thee, wat eigenlijk de hele dag door gebeurt, met daarbij weer de huisgemaakte cake.

Er is nog een hoop dat ik niet verteld heb, maar ik heb er wel weer even genoeg van.

Aju, farvel, tot ziens.